Breinbrekers zijn een geweldige manier om de cognitieve vaardigheden van kinderen te stimuleren. Breinbrekers groep 3 zijn speciaal ontworpen raadsels voor kinderen van 6 tot 7 jaar, waarmee ze spelenderwijs hun logisch denken en probleemoplossend vermogen ontwikkelen. Hieronder vind je een verzameling leuke en uitdagende raadsels die perfect zijn voor kinderen in groep 3.
1- Ik heb vier poten en een rug, maar ik kan niet lopen. Wat ben ik?
2- Ik ben hoog in de lucht, wit en donzig. Wat ben ik?
3- Ik ben rond en geel en ik schijn overdag. Wat ben ik?
4- Ik kan vliegen zonder vleugels en huilen zonder ogen. Wat ben ik?
5- Ik heb een schil en ben oranje, maar ik ben geen sinaasappel. Wat ben ik?
6- Ik heb een hoofd en een steel, en ik groei onder de grond. Wat ben ik?
7- Ik heb een klok, maar geen wijzers. Wat ben ik?
8- Ik ben altijd in het water, maar ik blijf droog. Wat ben ik?
Kinderraadsels 6 jaar
Ook voor jongere kinderen zijn er geweldige raadsels die hen uitdagen en laten nadenken. Hier zijn enkele kinderraadsels 6 jaar die geschikt zijn voor deze leeftijdsgroep:
9- Ik heb vleugels, maar ik ben geen vogel. Ik drink nectar en fladder rond. Wie ben ik?
10- Ik heb een huis op mijn rug en ik beweeg heel langzaam. Wie ben ik?
11- Ik spring en ik kwaak, maar ik ben geen vogel. Wie ben ik?
12- Ik ben klein en geel, en ik zing in de ochtend. Wie ben ik?
13- Ik ben rond en ik stuiter, kinderen spelen graag met mij. Wat ben ik?
14- Ik ben groen en lang, en ik groei in de tuin. Wat ben ik?
Kinderraadsels 7 jaar
Voor iets oudere kinderen zijn er uitdagendere raadsels. Hier zijn enkele kinderraadsels 7 jaar om hun denkvermogen te testen:
15- Ik ben geel en krom, en aapjes eten me graag. Wat ben ik?
16- Ik maak licht in het donker, maar ik ben geen lamp. Wat ben ik?
17- Ik ben altijd in de lucht, maar ik val nooit op de grond. Wat ben ik?
18- Ik kan blaffen, maar ik ben geen kat. Wie ben ik?
19- Ik heb een snavel en twee poten, maar ik kan niet vliegen. Wat ben ik?
20- Ik ben gemaakt van water, maar als je me in je handen neemt, verdwijn ik. Wat ben ik?